Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG3948

Datum uitspraak2008-11-11
Datum gepubliceerd2008-11-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460293-07 (tul bijzondere voorwaarde)
Statusgepubliceerd


Indicatie

Veroordeelde heeft zich niet gehouden aan de hem opgelegde bijzondere voorwaarde. De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van 12 maanden gevangenisstraf, die voorwaardelijk waren opgelegd.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/460293-07 (tul bijzondere voorwaarde) Uitspraak: 11 november 2008 De rechtbank heeft te beslissen op de op 17 oktober 2008 ter griffie ingekomen vordering van de officier van justitie strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij onherroepelijk vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank van 19 september 2007 aan: [verdachte], geboren te [plaats] op [1967], zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarbij met betrekking tot de hieronder omschreven bijzondere voorwaarde een proeftijd van 3 jaren is bepaald. De bijzondere voorwaarde luidt: dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen, hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, zolang als de Reclassering zulks nodig oordeelt, ook als dit inhoudt begeleiding door “De Nieuwe Start” te Emmen of een soortgelijke instelling, zolang deze instelling dit noodzakelijk acht. Veroordeelde dient gedurende deze begeleiding de aanwijzingen te volgen die deze instelling hem geeft, ook indien deze aanwijzingen betrekking hebben op wonen en werken. De rechtbank heeft de stukken bezien, waaronder het afloopbericht toezicht van de reclassering van 6 oktober 2008 dat ondertekend is door W.J. Oosterboer (unitmanager) en M.A. Rebel (reclasseringswerker). De vordering is in het openbaar behandeld ter terechtzitting van de meervoudige kamer op 28 oktober 2008. Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt. Overwegingen: Blijkens de stukken is de onderhavige proeftijd ingegaan op 4 oktober 2007. Volgens de inhoud van genoemd afloopbericht is tijdens zijn detentie met veroordeelde afgesproken dat hij ná zijn detentie zou verblijven bij het Centrum Maatschappelijke Opvang (verder: CMO) te Zwolle. Op 4 juli 2008 zou hij iemand van de reclassering ontmoeten op het station Zwolle, die met hem mee zou gaan naar het CMO. Veroordeelde is niet komen opdagen en heeft ook geen bericht achtergelaten bij het CMO. Wel heeft hij contact gehad met de politie Apeldoorn Zuid-Oost, omdat hij zijn fiets terug wilde hebben. Het door hem bij de politie achtergelaten telefoonnummer bleek echter van de reclasseringsunit in Zwolle te zijn. Van veroordeelde is geen verblijfplaats bekend. De rechtbank stelt vast dat, gezien het afloopbericht van de reclassering, veroordeelde de hem opgelegde bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. Nu veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de aanwijzingen van de reclassering, ziet de rechtbank aanleiding de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf te gelasten. Beslissing: De rechtbank beslist als volgt: gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer van 19 september 2007 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden. Deze beslissing is gegeven door mrs. Roessingh-Bakels, voorzitter, Van de Wetering en Steinebach-de Wit, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 november 2008.